Leiden
Tocht: 114(1)
Bezocht op: 4 juni 2010
Provincie: Zuid Holland

De Leidse Loper voert de wandelaar langs alle bijzondere plaatsen van de stad. De fietser moet zelf zijn weg maar vinden. De Morspoort uit 1669 met kanon is als eerste aan de beurt. Om de hoek staat een vuilniswagen geparkeerd. De berijders zitten aan de koffie in het cafe om de hoek. Ze zijn vast maten en zitten om beurten achter het stuur. Ze snappen niet dat al die toeristen poorten op de foto zetten en geen vuilnismannen. De volgende stop zijn de restanten van de Onze Lieve Vrouwenkerk, waar vanaf 1584 de Waalse gemeente zijn toevlucht zocht met gevluchte calvinisten uit de zuidelijke Nederlanden. Van hieruit zouden pelgrimsvaders hun geluk in Amerika zoeken en uit het nageslacht van Hester Mahieu en Philippe de Lannoy zouden 4 Amerikaanse presidenten voortkomen; Grant, Rooseveld en Bush (2x). De laatste kwam hier op bezoek. Aan de andere kant van de muur wordt jaarlijks de nacht van de fooi gevierd. Langs het museum Boerhave. Waar Newton in de schijnwerpers staat, komt men bij een klein hof je achter een dikke deur. Hij kan open en geeft zicht op de kleine huisjes en de groene tuin van Sionshof. Deze hof was bedoeld voor oudere echtparen, maar als de man overleed, moest de vrouw verhuizen. Pas later werd voor deze weduwen Klein Sionshof gebouwd. Bij het rapenburg staat de waag, waarvan de gevelsteen laat zien, dat er hier gewogen werd. Het gebouw van Vroom en Dreesman moet enkele jaren geleden een schokkend contrast met de historische omgeving zijn geweest, maar is nu zelf al weer kunstgeschiedenis. In de Hartesteeg staat de kroeg “Jantje van Leiden” In de etalage staat Kuifje, waarvan gezegd wordt dat hij leeft zonder sex. Een zwanger pop naast hem moet het tegendeel bewijzen. De huizen rondom de Hooglandse kerk zijn tegen de kerk aangebouwd. Het gebouw oogt imposant en over het plein klingen zacht orgelklanken. De deuren zijn gesloten, er wordt geoefend voor de Leidse orgelweken. Een bezoek aan de leidse Burcht mag natuurlijk niet ontbreken. Op de splitsing van twee rivieren werd in 1150 een verdedigingsheuvel opgeworpen. Later verloor deze zijn militaire functie en werd gepromoveerd tot stadspark. De steile trap voert naar de herbouwde ringmuur. Men mag er vandaag niet op, want alles wordt opnieuw gerestaureerd. Bij het velaten van Leiden wordt de fietser opnieuw verrast door de nieuwbouw van Achmea naast het station. Het is duidelijk, dat nieuw ook verrassend mooi kan zijn.