Oploo
Tocht: 49 (4)
Bezocht op : 24 september 2007
Provincie: Noord-Brabant

Ooit lag er bij Oploo een kasteel. Het kasteelgrachtje is er nog wel. Het kasteel was er al in 1393 en kende haar gloriedagen van 1680-1750. toen kwam de Franse tijd en begon de teroorgang. De laatste eigenaresse droeg de indrukwekkende naam Lucretia vrijvrouwe van Heumen en Oploo, van Steenhijs van der Noot de Risoir. Ze had twee dochter, Amalia en Genoveza. Ze staan als drie beelden vereeuwigd in het middenterrein, waar een omgevallen boom door de tand des tijd in nog meer schoonheid veranderd. Bij de kerk speelt een straat carallion een wijsje uit de musical “My fair lady”; Als ik straks de kerk maar haal. De kerk staat dichtbij en een wit Jezusbeeld spreid de armen open. Hij staat er al sinds 1930, toen een priester zijn zilveren jubileum vierde.
Nu kun je bij de pastorie naar nieuwe meubels kijken en tapashapjes nuttigen.
Bij de mooie stellingmolen ligt ook een watermolen. In de oorlog deed hij nog dienst en maalde het meel voor de bakkerijen in 10 dorpen in de omtrek. In de vijver staat een kunstwerk opgebouwd uit potten en pannen. Hij lijkt een miniatuur zendmast. Bij de watermolen is ook het beeldje van Toon van Elst, een bekend dorpsfiguur uit het begin van de 19e eeuw. Toon was breedgeschouderd en had een wilde baard, maar zijn korte beentjes maakte hem tot een dwerg en daardoor een slachtoffer van spot en grappen. De pastoor boorde hem een erfenis door de neus, waar Toon zo boos over werd, dat hij de kerkdeuren met stront en kalk besmeurde. Daarna kon hij zich niet meer in Oploo vertonen. Hij zwierf als schaapsherder over de uitgebreide heidevelden in de omgeving en werd in 1922 doodziek gevonden en stierf kort daarna.